Denemarken
In het derde leerjaar zijn studenten aan de HAS Den Bosch
van de opleiding Dier- en Veehouderij verplicht om één van de drie stages in het
buitenland te doen. Mijn voorkeur ging uit naar in meewerkstage in Denemarken. Dit
komt doordat het Deense systeem enigszins vergelijkbaar is met het Nederlandse.
In de loop der jaren zijn er veel Nederlandse melkveehouders geëmigreerd naar Denemarken.
De stage duurt zes weken en ter voorbereiding hierop wordt in dit hoofdstuk
meer verteld over de demografie, de topografie, het onderwijssysteem, het
klimaat, de geschiedenis en politiek, de economie en het dagelijkse leven in
Denemarken.
Topografie
Denemarken is een land in Scandinavië, in het noorden van
Europa. Het is net als Nederland een koninkrijk. De hoofdstad is Kopenhagen. Ten
zuiden van de enige landgrens die er is ligt Duitsland. Daarnaast grenst het
aan de Oostzee en de Noordzee.
Denemarken heeft een totale oppervlakte van 43 094 vierkante
kilometer, dit is iets groter dan Nederland. Van de 5 500 510 inwoners leeft
het merendeel in de stedelijke gebieden..
Op 1 januari 2007 zijn dertien Deense provincies vervangen
door 5 regio’s: Hoofdstad ( Hovedstader ), Midden-Jutland ( Midtjylland ), Noord-Jutland ( Nordjylland ), Seeland ( Sjaelland ) en
Zuid-Denemarken ( Syddanmark ). ( zie bovenstaande figuur )
In Denemarken waren er in 2005 nog ruim 46 000 agrarische
bedrijven. In totaal is tweeënhalf miljoen hectare in gebruik voor de landbouw.
De gemiddelde bedrijfsomvang is 55,2 hectare. De totale melkveepopulatie bedraagt
ongeveer 560 000 koeien met een gemiddelde bedrijfsomvang van 86 melkkoeien. De meeste koeien lopen rond in Jutland, een
stuk vasteland dat vastzit aan Duitsland. In Jutland bevindt de veehouderij
zich vooral rond het noorden rond Aalborg, in het zuiden rond Ribe en in het
oosten nabij Ringkobing. Op de eilanden Funen en Sealand zijn er minder dan
1000 bedrijven met melkvee.
( Bron:
Melkveebedrijf, 2007 )
De Luchthaven van Kopenhagen is het belangrijkste
vliegveld. Verder zijn er luchthavens in Esbjerg, Aarhus,Aalborg en Billund. In
Denemarken ligt in totaal ongeveer 2.100 kilometer aan spoorwegen. De Danske
Statsbaner is de grootste vervoerder op het gebied van reizigersvervoer. In
Kopenhagen is er de Metro van Kopenhagen. Denemarken heeft een uitgebreid
wegennet. Het autosnelwegennet heeft een gezamenlijke lengte van ruim 1000 km.
Alle grote eilanden zijn door tunnels en bruggen met elkaar verbonden. De
Sontbrug verbindt Denemarken met Zweden, de Grote Beltbrug verbindt Funen en
Seeland en de Kleine Beltbrug verbindt Jutland met Funen. De Fehmarnbeltbrug is
een geplande brug tussen Duitsland en Denemarken. De wegen zijn tolvrij, met
uitzondering van een aantal grote bruggen. ( Bron: Wikipedia, 2012 )
Demografie
De demografie van Denemarken bevat de etnische afkomst,
de leeftijd, de opleiding, de taal en de relegie. Het inwoneraantal ligt boven de 5,5 miljoen. Naast de Deense
meerderheid in Denemarken, zijn er Groenlandse, Faeröerse en Duitse
minderheden. Het grootste gedeelte van de mensen woont in de steden, deze zijn
dan ook uiterst dichtbevolkt. Zie hier de vijf dichtbevolkte steden.
Plaats
|
Inwoners
|
Kopenhagen
|
1 181 239
|
Aarhus
|
242 914
|
Odense
|
166 305
|
Aalborg
|
102 312
|
Esbjerg
|
71 459
|
(Bron:
Wikipedia, 2010 )
De bevolking bestaat uit 5 529 888 inwoners. 18 % van de
mensen is tussen 0 en 14 jaar, 65% van de bevolking is tussen de 15 en 64 jaar
en 17 % is ouder dan 65 jaar. De gemiddelde leeftijd is 39 jaar en 10 maanden,
slechts 3% van de bevolking is allochtoon. Hiermee heeft Denemarken enigszins
te maken met een vergrijzing, maar het is wel een zeer welvarend land.
De bevolkingsgroei is 0,251%. De gemiddelde
levensverwachting van mannen en vrouwen is 78,63 jaar. Het aantal geboren
kinderen per vrouw bedraagt 1,74. ( Bron: Indexmundi, 2011)
Denemarken heeft een uitstekend systeem van openbaar
onderwijs, dat grotendeels in de 19e eeuw werd ontwikkeld. Er zijn
universiteiten in Aarhus, Kopenhagen, Odense, Aalborg en Roskilde.
Het basisonderwijs bestaat uit een basisschool waar men 9
of 10 jaar les moet volgen om over te kunnen gaan naar een hoger onderwijs.
De taal in Denemarken is Deens, een Noord-Germaanse taal
met een aantal duidelijk onderscheiden dialecten. Duits wordt door een minderheid
in Zuid-Jutland (Noord-Sleeswijk) gesproken. De belangrijkste immigrantentalen
zijn het Turks, Urdu, Arabisch, Servo-Kroatisch, Faeröers, Zweeds en Noors. Deens,
Zweeds en Noors lijken enigszins op elkaar en veel geschreven woorden zijn ook
voor ons wel herkenbaar. De klanken zijn echter heel anders, ook tussen de
Scandinavische talen onderling.
De letters æ, ø, en å komen helemaal achter in het
alfabet, na de z. Het moeilijke van het Deens is dat het anders uitgesproken
dan geschreven wordt. Het uitgesproken Deens heeft klanken en uitspraak die
nergens anders voorkomen.
Het aantal Denen dat lid is van de staatskerk neemt
jaarlijks met zo'n 0,6% af. Per 1 januari 2010 behoorde 80,9% van de Denen toe
tot de Folkekirke, de gevestigde Evangelisch-Lutherse kerk. Dit was 0,6% minder
dan een jaar eerder en 1,2 % minder dan twee jaar eerder. In Kopenhagen was 65%
van de bevolking lid van de Folkekirke. Er zijn kleine minderheden van andere
protestanten en rooms-katholieken (zie ook: Katholieke Kerk in Denemarken).
Vier procent van de bevolking is moslim.
Onderwijssysteem
De voertaal in het onderwijs is Deens, maar een toenemend
aantal programma's, vooral in het
Internationaal onderwijs, wordt in het Engels gegeven.
Het onderwijs is verplicht voor kinderen in de leeftijd van 6 tot 16 jaar.
De verantwoordelijkheid voor het hoger onderwijs ligt
sinds 2001 bij het Ministeriet for Videnskab, Teknologiog Udvikling (ministerie
van Wetenschap, Technologie en Innovatie), met uitzondering van professionele bachelorprogramma’s,
AK programma’s en enkele programma's in de beeldende kunst en architectuur.
Het Deense hoger onderwijs kent een binair systeem, met
universiteiten die onderwijs tot en met de
promotie verzorgen en hogescholen met hoger
beroepsgerichte opleidingen van verschillende duur.
Klimaat en bodembruchtbaarheid
Net zoals in Nederland heerst in Denemarken een gematigd
zeeklimaat, zodat de zomers over het algemeen koel zijn en de winters nooit
extreem koud. Wat betreft temperatuur verschilt het weer in Denemarken weinig
van dat bij ons. Vooral de temperatuur van de Noordzee heeft veel invloed.
Doordat het land aan alle kanten door zee omgeven wordt, is er over het
algemeen wel meer wind dan in Nederland, maar de klimaatverschillen zijn minder
groot. Denemarken kent echter wel meer zonuren in de zomermaanden.
In februari is de gemiddelde temperatuur 3°C. Als de wind
's winters uit het oosten waait, kan het zeer koud worden, tot -30°C. 's Zomers
kan de temperatuur door diezelfde oostenwind oplopen tot meer dan 35°C, maar de
gemiddelde temperatuur in juli bedraagt 15°C. Gemiddeld valt er op het Deense
land 600 mm neerslag per jaar. De wind waait meestal uit het westen. Door de
vele depressies stormt het aan de westkust gemiddeld meer dan 50 keer per jaar.
Op het schiereiland Jutland is sprake van een matige
bodemvruchtbaarheid hier zijn zandgronden en valt een relatief lage jaarlijkse neerslag
hoeveelheid. Gewassen in dit gebied hebben een geringe biomassa en wanneer men verder
oostwaarts gaat richting Funen en Falster hebben we de vruchtbaardere
leemgronden en neemt de hoeveelheid neerslag toe. Seeland en Lolland zijn de eilanden met zwaardere leemachtige kleigronden.
Op deze eilanden hebben de gewassen gemiddeld een hogere biomassa.
Geschiedenis en politiek
Denemarken is een parlementaire constitutionele monarchie,
net als Nederland; het staatshoofd is Margaretha II. Groenland behoort tot het
Deense koninkrijk, evenals de Faeröer-eilanden. Denemarken is lid van de
Europese Unie.
Denemarken werd in het tijdperk van de Vikingen in de 10e
eeuw verenigd door koning Harald Blauwtand († 985), die de mensen tot het
christendom bekeerde. Denemarken bestuurde kort Engeland in de 11e eeuw en werd
in 1397 met Zweden en Noorwegen verenigd. De Unie met Zweden duurde tot 1523 en
de unie met Noorwegen tot 1814. Het stadje Ribe werd al in 710 gesticht en is
daarmee het oudste stadje van heel Scandinavië.
Van 1940 tot 1945 werd Denemarken bezet door
nazi-Duitsland. IJsland, dat nog tot Denemarken behoorde, werd tijdens deze
bezetting, om precies te zijn op 17 juni 1944, onafhankelijk.
Denemarken maakt sinds 1973 deel uit van de Europese
Unie.
Economie
Lange tijd was Denemarken hoofdzakelijk een landbouwland,
maar na 1945 breidde het land zijn industriële sector drastisch uit, zodat deze
tegenwoordig meer dan 25% en de landbouw minder dan 5% aan het bruto
binnenlands product bijdraagt. Andere traditionele industrieën van Denemarken
zijn de visserij en scheepsbouw, maar deze zijn ook afgenomen. Toch heeft
Denemarken zijn landelijk karakter grotendeels behouden. Financiële en andere
diensten, de handel en de vervoerssector zijn ook belangrijk voor de economie
van het land. De koopkracht per hoofd van de bevolking was in 2005 de op vijf
na hoogste ter wereld.
De belangrijkste landbouwproducten van het land zijn
wortelgewassen (bieten, koolraap en aardappels) en graangewassen (gerst, haver
en tarwe). Er is veeteelt (varkens, rund- en pluimvee) en een grote
visindustrie. Denemarken bezit een commerciële vloot van aanzienlijke grootte.
De belangrijkste vervaardigde producten omvatten voedingsmiddelen (vooral vlees
en zuivelproducten), chemische producten, machines, metaalproducten (die bijna
volledig van ingevoerde grondstoffen worden gemaakt, aangezien Denemarken
praktisch geen delfstoffen heeft), elektronische en vervoersapparatuur, bier,
textiel en houten producten. Het toerisme is ook een belangrijke industrie.
De belangrijkste uitvoerproducten van Denemarken zijn
landbouwproducten en industriële machines, teak en eiken meubilair, vlees, vis
en metalen.
De belangrijkste importproducten zijn machines, metalen,
motorvoertuigen en brandstoffen. Belangrijke handelspartners van het land zijn
Duitsland, Zweden, het Verenigd Koninkrijk en andere landen in de Europese Unie
evenals de Verenigde Staten.
Denemarken had in de jaren tachtig van de 20e eeuw met
ernstige economische problemen te kampen, en in de jaren negentig had het een
hoog werkloosheidscijfer, grote uitgaven in de openbare sector en een grote
buitenlandse schuld. Een strak fiscaal en monetair beleid leidden echter tot
economisch herstel waardoor het nu een zeer welvaren land is.
Dagelijkse leven
In het dagelijks leven, heeft Denemarken een welverdiende
reputatie om de benchmark te zijn voor de moderne beschavingen vanwege zijn
progressieve beleid, inzet voor de vrijheid van meningsuiting, en een zeer
liberaal sociaal systeem. Denemarken werd onlangs erkend om een de
"gelukkigste" burgers van alle landen ter wereld te hebben.
Bronnen:
www.wikipedia.nl
www.melkveebedrijf.nl
www.wikipedia.nl
www.melkveebedrijf.nl